#FLITSRECENSIE #130
Y. Atilgan: Hotel Moederland. Vert. H. Vd. Heijden. Uitg. Jurgen Maas, 202 blz.
Landerigheid overheerst in ‘Hotel Moederland’, de tweede, laatst voltooide en nu vertaalde roman van de Turkse schrijver Yusuf Atilgan. Een derde bleef half afgeschreven liggen toen hij in 1989 overleed. Met de in 2016 verschenen vertaling van zijn debuut ‘De lanterfanter’ is het leeuwendeel van diens oeuvre nu in het Nederlands beschikbaar.
Die twee boeken konden onderling moeilijk
#FLITSRECENSIE #129
R. Harris: Regicide. Vert. R. v. Kappel. Uitg. Cargo, 463 blz.
Zouden zeventiende-eeuwse Angelsaksische puriteinen werkelijk gedacht hebben dat in 1666 Christus op aarde zou weerkeren? Zeker, de tekenen waren ernaar. Natuurrampen, de grote brand in Londen en het land had net een decennium van burgeroorlogen achter de rug, met successieve golven van religieuze vervolging als gevolg – èn oorzaak. En dan was er nog het Apocalyptische getal van het Beest – hoeveel aanwijzingen
#FLITSRECENSIE #128
G. Kunert: Dagdromen in Berlijn, Amsterdam en elders. Vert. M. Mooij. Uitg. Meulenhoff, 261 blz.
Het is de inventiefst vertaalde boektitel die ik ken. In 1967 publiceerde de (toen nog Oost-)Duitse schrijver Günter Kunert zijn roman ‘Im Namen er Hüte’. Twee jaar later verscheen die in de roemruchte reeks ‘Literair Paspoort’ in het Nederlands. ‘Uit hoofde van de hoeden’ maakten de vertalers Derk en Marg Salomons ervan. Briljant.
Veel succes heeft dat de schrijver in Nederland
#FLITSRECENSIE #127
H. Lemmens: De muur voorbij. Uitg. Arbeiderspers, 304 blz.
Soms lijkt het alsof in de DDR de literatuur alomtegenwoordig was. Althans in ‘De muur voorbij’, waarin vertaler Harrie Lemmens verslag doet van zijn herinneringen aan de bijna vier jaar waarin hij woonachtig was in Oost-Berlijn. Dat was begin jaren ’80 en geen avond lijkt er te zijn voorbijgegaan of er werd wel een theater bezocht. Romans werden in lange cafégesprekken besproken, schrijvers geïnterviewd. Een
#FLITSRECENSIE #126
G. Verhoeven: Ik zoek geluk in druk te vinden. Uitg. Walburg Pers, 144 blz.
‘Achter elk “boek”, zo schrijft Garrelt Verhoeven, ‘gaat een verhaal schuil, dat zich na wat speurwerk prijsgeeft voor wie zich verdiept in de geschiedenis en achtergrond ervan.’ Hij schrijft ‘boek’ tussen aanhalingstekens, want in de twaalf column-achtige stukjes die in zijn charmante bundeltje ‘Ik zoek geluk in druk te vinden’ verzameld zijn gaat om vele vormen van drukwerk. Folianten,
#FLITSRECENSIE #124
F. Aramburu, Het tellen van de dagen. Vert. H. Hutter. Wereldbibliotheek, 638 blz.
Soms kost het moeite afscheid te nemen van een fictiefiguur. Een boek lang ben je met hem opgetrokken in zijn sores, zijn pleziertjes, zijn fiasco’s, zijn bescheiden triomfen – en plots is hij weg. Zelden eindigen romans nog met het woord ‘Einde’, maar de abruptheid waarmee je van dit leven afgesneden wordt is er niet minder om. En de bijbehorende treurnis ook niet.
Als dit klinkt naar een
#FLITSRECENSIE #122
J. Dohmen: Iemand zijn. Uitg. Ambo/Anthos, 813 blz.
Al sinds vele jaren bepleit Joep Dohmen een filosofische levenskunst die theoretische reflectie en praktische vormgeving van het eigen bestaan bijeen houdt. Hij laat zich daarbij inspireren door denkers als Wilhelm Schmid. Pierre Hadot en Michel Foucault. In ‘Iemand zijn’ schrijft hij vooral over de vorming van jonge mensen, die het meest te lijden hebben van de hedendaagse moraal van vrijheid-blijheid. Onder het mom van
#FLITSRECENSIE #122
D. Casserly: Massacre. Uitg. Amberley, 224 blz.
De Engelse Burgeroorlogen van het midden van de 17de eeuw zullen in Nederland niet snel tot grote herkenning leiden. Cromwell, de strijd tussen koning en parlement, en parallel daaraan tussen katholiek en protestant: dat is het wel zo’n beetje. Er waren rond die tijd, en ook nu weer, andere akkefietjes om ons mee bezig te houden.
De bestorming en plundering van het stadje Bolton in het graafschap Lancashire vormde er in mei
#FLITSRECENSIE #121
Ph. K. Dick: The Three Stigmata of Palmer Eldritch. Orion Books, 231 blz.
Zo’n 180 graden Fahrenheit, ruim 80 Celcius, op het middaguur in New York: zo ver schopt de klimaatverandering het gelukkig nog lang niet. Ze doet dat wèl in ‘The Three Stigmata of Palmer Eldritch’, een wat minder bekende titel van sf-auteur Philip K. Dick. Met de wetenschap van nu zou niet alleen die stad maar waarschijnlijk zelfs de hele planeet daarmee onbewoonbaar zijn geworden.
Zo ver laat Dick
#FLITSRECENSIE #120
J. Bulterman: Het lerarentekort. Amsterdam UP, 224 blz.
Uitvallende lessen, afhakende leraren, burnouts en motivatieverlies: steeds meer lagere en middelbare scholen ervaren de gevolgen ervan – maar wat doe je eraan? Onderwijspedagoge Jacqulien Bulterman zoekt de oplossing allereerst in een eerherstel van het vak ‘onderwijzer’ als zodanig. ‘Pleidooi voor vakmanschap’ luidt de ondertitel van haar boek. De vereniging Beter Onderwijs Nederland en – in breder verband – de
#FLITSRECENSIE #119
Ph. Roth: Amerikaanse pastorale. Vert. E. Hoog. Uitg. Meulenhoff, 447 blz.
Sinds ironie toonaangevend geworden is in de literatuur, heeft de genre-aanduiding ‘pastorale’ een omineuze klank. Bij Philip Roth is dat niet anders. ‘Dit is de Amerikaanse pastorale par excellence,’ schrijft hij tegen het eind van zijn gelijknamige roman, ‘en ze duurt vierentwintig uur.’ Precies de tijdsduur van één dag, ‘het neutrale, van religieuze valkuilen ontdane terrein van Thanksgiving,
#FLITSRECENSIE #118
Q. Tarantino: Filmspeculatie. Vert. P.C. vd. Eerden en J. vd. Kooij. Nijgh & Van Ditmar, 422 blz.
‘Name dropping’ is een van de hebbelijkheden van de filmliefhebber en Quentin Tarantino is daar in ‘Filmspeculatie’ geen uitzondering op. Namen en titels - van regisseurs, acteurs en de films die ze gemaakt hebben – buitelen over elkaar heen. Het register alleen al beslaat 22 bladzijden.
Dat geeft het boek soms iets brijïgs. Maar het brengt iemand die in het genre van de
#FLITSRECENSIE #117
C.C.S. Crone: De schuiftrompet. Uitg. IJzer, 208 blz.
De jaren dertig: massale werkloosheid en voor wie nog wel een baan had de ene loonsverlaging na de andere. Vrolijk werden mensen er niet van en vrolijk zijn ook de teksten niet die de jonggestorven C.C.S. Crone in dat decennium schreef. Twee korte romans, een korte novelle en een tiental verhalen: Crone bundelde ze zelf als zijn ‘verzameld proza’, enkele jaren voor zijn dood in 1951.
Zelden werd er in Nederland zo kaal
#FLITSRECENSIE #116
M. Feticu: Geheugen, geschiedenis, beschaving. Uitg. De Geus, 117 blz.
‘De vijfde, o, de vijfde verdieping, het zogenaamde magazijn van de bibliotheek! [...] Dinsdags [...] ging ik er even de geur van de boeken opsnuiven.’ Geen boekenliefhebber die deze verzuchting van de Roemeens-Nederlandse schrijfster Mira Feticu niet herkent. Jarenlang werkte ze in de Openbare Bibliotheek van Den Haag. In dit essay haalt ze herinneringen daaraan op, zingt de lof van het boek en de
#FLITSRECENSIE #115
J. Agee: Een sterfgeval in de familie. Vert. Nele Ysebaert. Uitg. Van Oorschot, 409 blz.
Beroemd werd James Agee dankzij zijn boeklange documentaire ‘Laat ons nu vermaarde mannen prijzen’, met al even wereldberoemd fotowerk van Walker Evans. Hij beschreef erin het leven van de straatarme keuterboertjes in het zuiden van de VS, die in de jaren ’30 werden geteisterd door stofstormen en uitgeputte grond. Een klassieker werd het boek pas twintig jaar na verschijning, toen in de
#FLITSRECENSIE #114
M. Doorman: Een jager in het woud. Uitg. Prometheus, 224 blz.
Net nu Brexit de oude erfvijanden Duitsland en Frankrijk tot de spil van de EU heeft gemaakt, acht Nederland het niet meer nodig de taal van beide landen te spreken. Met Engels kan men zich immers uitstekend redden? Dat kennis van een taal ook toegang tot een cultuur betekent, wil er niet meer goed in. Nederland dreigt de voornaamste krachtlijn ervan steeds minder te begrijpen.
Des te verheugender is het dat
#FLITSRECENSIE #112
A. C. Clarke: A Fall of Moondust. Orion Books, 224 blz.
Voordat er werkelijk vaartuigen op de maan landden, hield men er ernstig rekening mee dat deze bedekt kon zijn door een dikke laag stof waarin zij reddeloos zouden kunnen wegzinken. In ‘A Fall of Moondust’ uit 1961 gaat Arthur C. Clarke daar nog van uit. Zo’n stofzee zou rond 2040 (de maan is inmiddels gekoloniseerd) uiteraard een prachtige toeristische locatie vormen. En het gaat mis wanneer een vaartuig vol
#FLITSRECENSIE #110
R. Martin du Gard, De Thibaults 1. Vert. A. Alderlieste. Uitg. Meulenhoff, 862 blz.
Ethische discussies, zit daar ooit vooruitgang in? In de roman ‘Het spreekuur’ uit 1928 laat Roger Martin du Gard een kind doodgaan aan een ongeneeslijke aandoening. De behandelend arts weigert echter het lijden te bekorten want ‘één ding staat boven al: eerbied voor het leven!’ Wanneer diezelfde arts twee romans en één jaar later zijn vader op diens doodsbed bijstaat, is zijn houding
#FLITSRECENSIE #109
C. Willemsen: De marxistische erfenis van het Aggiornamento. Uitg. Roelants, 512 blz.
Naarmate geschiedschrijving dichterbij komt, lees je die anders. Situaties worden herkenbaar, personen, conflicten en dilemma’s duiken ook vanuit het geheugen op. Ergens halverwege de kroniek en het ooggetuigenverslag krijgt het herinnerde, in een breder kader geplaatst, iets vervreemdends en raakt, omgekeerd, het afstandelijke verhaal vertrouwd.
Zelf kwam ik in het begin van de jaren 90 in
#FLITSRECENSIE #107
E. Schönberger: Keten & stompen. Uitg. Prometheus, 159 blz.
Vriendschap is de ultieme vorm van het ‘ondanks’. Ze hoeft de ogen niet te sluiten voor zwakke, hinderlijke, soms zelfs onuitstaanbare hebbelijkheden van wie niettemin een vriend blijft, al dan niet voor het leven. Ook Elmer Schönberger betoont zich in zijn innemende vriendschaps- & afscheidsboek jegens Louis Andriessen verre van kritiekloos. ‘Camera’s en microfoons halen niet altijd het beste in hem boven,’